Mensen lezen kennelijk niet alleen graag/vaak een boek in het Engels omdat het origineel in het Engels is geschreven, maar ze lezen ook best veel vertalingen uit andere talen in het Engels. Dat ontdekte ik ooit tijdens een bijeenkomst waar een bookstagrammer (dus iemand die op instagram een boekencommunity vormt en daarin boeken bespreekt en/of aanraadt) vertelde dat het een openbaring voor haar was dat ze de roman van bijvoorbeeld een Zweedse auteur ook in Nederlandse vertaling kon lezen.
Er zijn natuurlijk allerlei redenen waarom je een boek in het Engels gaat lezen. Soms is een boek niet vertaald of soms is een Engelse pocket goedkoper en ligt die in de winkel waar je altijd Engelse boeken koopt, of beheers je de Engelse taal zo goed dat het je niet meer uitmaakt, omdat je die net zo makkelijk begrijpt als je moerstaal. Of waarschijnlijker (denk ik dan): dat je dat denkt.
Een interviewer zei laatst bij een literaire bijeenkomst nota bene tegen de Zweedse auteur die hij interviewde dat hij wachtte op de Engelse vertaling, terwijl hij zich ondertussen ‘behielp’ met een bibliotheekboek – en dat was de Nederlandse vertaling! De Nederlandse vertaler zat er bovendien ook bij en haar had hij net daarvoor geïnterviewd. Was hij tweetalig, was Engels zijn moedertaal? Maar hij interviewde de vertaler in het Nederlands. Helaas heb ik niet kunnen vragen naar zijn motivatie. Het voelde als een belediging, had hij meer vertrouwen in de Engelse vertaler?
Je hebt verschillende redenen om te lezen. Wil je een verhaal, spannend, interessant, onderhoudend? Gaat het je vooral om de plot? Misschien is taal dan minder van belang? Vind je het ontwikkelen van je vaardigheid in het Engels belangrijker dan het onderhouden en verrijken van je eigen taal? Het kan allemaal, het mag allemaal, maar het is toch jammer. Jammer van onze inspanningen als vertaler, jammer dat wij onszelf steeds meer moeten gaan zien als een uitstervend ras. En onze werkelijke rivaal is dan ook niet de Engelse vertaler maar AI. Nog verzetten we ons met hand en tand en voeren we argumenten aan waarom AI niet kan wat wij wel kunnen. Alleen weten we niet of die argumenten steek blijven houden, want ons brein ontwikkelt zich evolutionair gezien in zo’n traag tempo dat we het kunstmatige brein, dat zich juist in een duizelingwekkend tempo ontwikkelt, waarschijnlijk steeds moeilijker kunnen evenaren. Ai, dat doet pijn.