Mette leeft een comfortabel leventje met haar vijfjarige dochter Sofie in Kopenhagen, terwijl haar man in Århus werkt en alleen in de weekenden thuiskomt. Ze zijn heel gelukkig samen. Maar ze vindt dat ze als burger van een rijk land te weinig doet voor de armen op deze aarde. Wel willen helpen, maar niets van eigen luxe willen opgeven – eigenlijk weet ze ook niet hoe het moet. Geld sturen is niet genoeg, maar wat kan ze eigenlijk écht bijdragen?
Schrijven heeft ze geleerd, dus schrijft ze in haar vrije uren een boek over de situatie in de ontwikkelingslanden. Als jonge moeder heeft ze geen tijd om verre reizen te maken, maar gelukkig krijgt ze assistentie van Stig van de organisatie Help. Op een dag verschaft hij haar toegang tot kamer 516 in een hotel in het centrum. Als je de kamer binnenstapt, is het – verbazingwekkend genoeg – net alsof je in de derde wereld terechtkomt. Op die manier kan Mette noodlijdende mensen in Afrika bezoeken en toch voor het avondeten weer thuis zijn. Het blijkt echter niet zo gemakkelijk in twee werelden tegelijk te leven. Mette vergeet haar dochtertje van school te halen, ze krijgt koorts en black-outs. Uiteraard loopt de situatie enigszins uit de hand. En haar man vindt algauw dat de ontwikkelingslanden haar veel te veel in beslag nemen.
Vertaald uit het Deens door Edith Koenders en Diederik Grit
Gepubliceerd op 4/2/2010
Uitgegeven door Uitgeverij Cossee